Vrijwillige hulpverlening

Juridische informatie: Vrijwillige hulpverlening

Praktijkvoorbeeld
“Sandra is een jonge vrouw van 25 jaar. Twee maanden geleden is ze bevallen van een dochtertje, Nicky. De vader van Nicky heeft Sandra tijdens de laatste maanden van haar zwangerschap verlaten. Sandra heeft hier veel verdriet van en voelt zich somber.
Sandra heeft daarnaast de zorg voor Robin, haar zoontje van 6 jaar. Met de vader van Robin heeft Sandra al lange tijd geen contact meer. Na de geboorte van Robin heeft Sandra een postnatale depressie gehad. Ze is hiervoor korte tijd opgenomen geweest in het ziekenhuis.
De laatste paar weken gaat het steeds slechter met Sandra. Ze voelt zich neerslachtig en kan maar moeilijk genieten van haar kinderen. Ze heeft het gevoel de situatie niet goed aan te kunnen en besluit hulp te zoeken. Tijdens een bezoek aan de huisarts vertelt Sandra over haar situatie. De huisarts verwijst haar door naar het Algemeen Maatschappelijk Werk (AMW). Bij het AMW heeft Sandra gesprekken over haar somberheid. Ook spreekt ze met de maatschappelijk werker over de opvoeding van haar kinderen.
Na een paar maanden gaat het weer beter met Sandra. Ze heeft het verlies van haar relatie kunnen verwerken en heeft van het maatschappelijk werk praktische tips gekregen om de situatie beter aan te kunnen. Het contact tussen het AMW en Sandra wordt beëindigd.”

Als ouder en opvoeder van één of meerdere kinderen draag je veel verantwoordelijkheden. Bijvoorbeeld zorgen dat je kinderen goed te eten krijgen, voldoende kleding hebben en naar school gaan. Ook het aanleren van vaardigheden en het bieden van een stabiele situatie waarin het kind veilig op kan groeien is belangrijk.
Bijna elke ouder heeft te maken met vragen over de opvoeding en loopt wel eens tegen problemen aan op bepaalde gebieden. Als je als ouder daarnaast te maken hebt met een psychiatrische beperking kan dit soms extra moeilijk zijn.

In Nederland zijn verschillende instellingen waar je als ouder terecht kan met vragen over de opvoeding van je kinderen. Hierbij valt te denken aan consultatiebureaus, de huisarts of bijvoorbeeld het Algemeen Maatschappelijk Werk*. Ook kan het zijn dat je wordt doorverwezen naar de instelling die het beste bij je vragen past. Dit zien we ook in het verhaal van Sandra.
Contact met deze instellingen kan de ouder zelf leggen, als de ouder het gevoel heeft dat er dingen niet goed gaan. Contact met deze instellingen is op vrijwillige basis. Dit betekent dat niemand de ouder kan verplichten om deze hulp te zoeken.

Onder de knop adressen staat een lijst met verschillende adressen die ouders kunnen benaderen als zij vragen of problemen hebben met de opvoeding.

U kunt de hele brochure hieronder downloaden
brochure word vrijwillige hulpverlening (wordbestand)

JurBrochureWeb (pdf)