Onder toezicht stelling

Juridische informatie: Onder Toezicht Stelling (O.T.S)

O.T.S.* betekent dat een gezinsvoogd* van Bureau Jeugdzorg* het gezin komt ondersteunen bij de opvoeding. Een kinderrechter* kan een O.T.S. opleggen; dit betekent dat O.T.S. gedwongen hulpverlening is.

Waarom wordt een O.T.S. opgelegd?
Een O.T.S. wordt opgelegd omdat een kind gevaar loopt in het gezin. Het kan zijn dat een kind lichamelijk bedreigd wordt, door bijvoorbeeld mishandeling of seksueel misbruik. Ook kan het zijn dat een kind gevaar loopt in zijn ontwikkeling, doordat de ouder het kind niet goed kan opvoeden.
O.T.S. kan alleen worden opgelegd als vrijwillige hulp, door bijvoorbeeld maatschappelijk werk, niet heeft geholpen. Ook kan de Kinderrechter besluiten O.T.S. op te leggen als vermoed wordt dat vrijwillige hulp niet zal helpen.

Hoe beslist een kinderrechter dit?
Voordat een kinderrechter een O.T.S. oplegt, wordt er eerst een uitgebreid onderzoek gedaan. Een raadsonderzoeker* van de Raad voor de Kinderbescherming voert dit onderzoek uit. Deze raadsonderzoeker spreekt met de ouders en met het kind zelf. Daarnaast kan de raadsonderzoeker ook met andere mensen spreken, bijvoorbeeld met familieleden, de huisarts of de school waar het kind heen gaat. Al deze gesprekken zorgen ervoor dat de raadsonderzoeker zo breed mogelijk wordt geïnformeerd over de gezinssituatie.
Daarnaast wordt er ook gekeken naar de vrijwillige hulpverlening die het gezin al heeft gehad. Voorwaarde voor O.T.S. is dat deze vrijwillige hulpverlening niet heeft geholpen. Ook kan het zijn dat de raadsonderzoeker vermoedt dat vrijwillige hulp niet zál helpen. Bijvoorbeeld als de ouder niet mee wil werken aan vrijwillige hulp. Als de raadsonderzoeker denkt dat vrijwillige hulp niet zal helpen, dan moet hij dit goed motiveren in zijn rapport.

Wie kan een O.T.S. aanvragen?
Niet iedereen kan een O.T.S. aanvragen. Mensen die dit wel kunnen zijn de ouders van het kind, iemand anders die het kind verzorgt en opvoedt, de Raad voor de Kinderbescherming en het Openbaar Ministerie*.
Deze mensen kunnen bij de kinderrechter een verzoek voor O.T.S. indienen, waarna de kinderrechter een onderzoek zal laten verrichten.

Wat gebeurt er na het onderzoek van de raadsonderzoeker?
Als de raadsonderzoeker van mening is dat een O.T.S. nodig is, dient hij een verzoekschrift* in bij de kinderrechter. Hierin staat goed gemotiveerd aangegeven waarom de raadsonderzoeker denkt dat er sprake is van een bedreiging van een gezonde ontwikkeling van het kind en waarom O.T.S. de beste oplossing is.
De kinderrechter gaat dan in gesprek met de ouders. Als het kind ouder dan 12 jaar is, spreekt de kinderrechter ook met het kind. Naar aanleiding van deze gesprekken en het verzoekschrift van de raadsonderzoeker neemt de kinderrechter twee beslissingen:
– Is O.T.S. nodig of niet? Zo niet, dan wordt gekeken naar een andere oplossing, bijvoorbeeld vrijwillige hulpverlening. Indien wel, dan stelt de kinderrechter het kind onder toezicht.
– De kinderrechter benoemt een Bureau Jeugdzorg die de O.T.S. gaat uitvoeren. De gezinsvoogd van Bureau Jeugdzorg neemt deze taak op zich.

Hoe snel kan een O.T.S. opgelegd worden?
Voordat een O.T.S. wordt opgelegd door de kinderrechter wordt er dus onderzoek gedaan. Dit neemt tijd in beslag. Het kan zijn dat een situatie echter zo bedreigend is voor een kind dat het nodig is dat er zo snel mogelijk actie ondernomen wordt. De kinderrechter kan dan verzocht worden om een Voorlopige Onder Toezicht Stelling (V.O.T.S.)* uit te spreken. Meestal gaat dit gepaard met een acute uithuisplaatsing. Deze maatregel kan in een hele korte tijd worden opgelegd; wel moet gemotiveerd worden waarom het noodzakelijk is om meteen actie te ondernemen. De Raad voor de Kinderbescherming beslist of een V.O.T.S. noodzakelijk is. De kinderrechter bevestigd binnen 24 uur deze beslissing. Na twee weken volgt er een zitting waarin beslist wordt of de V.O.T.S. wordt voortgezet of niet. Een V.O.T.S. kan worden opgelegd voor maximaal 3 maanden. Binnen 10 weken beslist de Raad voor de Kinderbescherming of een O.T.S. nodig is. Tijdens een V.O.T.S. is men in afwachting van het onderzoek van de raadsonderzoeker en de uitspraak van de kinderrechter. Als blijkt dat een O.T.S. niet nodig is, kan een kinderrechter altijd de uitspraak voor een V.O.T.S. ongedaan maken.

Hoe ziet een O.T.S. eruit?
Als een kind onder toezicht is gesteld wordt het gezag van de ouder beperkt. Dit betekent dat een gezinsvoogd met de ouder de opvoeding bespreekt en aanwijzingen geeft. Het kan zijn dat een gezinsvoogd langs komt en met de ouder spreekt, maar het kan ook zijn dat een gezinsvoogd schriftelijk aanwijzingen geeft. De ouder en het kind dienen de aanwijzingen van de gezinsvoogd op te volgen.
De gezinsvoogd heeft als doel om er met het gezin voor te zorgen dat de grond waarop de O.T.S. is opgelegd verdwijnt. Anders gezegd; de bedreigende situatie voor het kind moet weer een gezonde gezinssituatie worden. De gezinsvoogd werkt hieraan door de gezinsband te versterken en ervoor te zorgen dat de ouder met hulp van zijn aanwijzingen het kind zo zelfstandig mogelijk op kan voeden.

Blijft het kind thuis of wordt het uit huis geplaatst tijdens een O.T.S.?
In principe is het zo dat het kind thuis blijft wonen tijdens een O.T.S. Het kan echter ook zo zijn dat de situatie thuis zoveel problemen oplevert, dat het kind tijdelijk uit huis wordt geplaatst. Dit kan twee redenen hebben;
– om het kind voldoende te beschermen.
– om voor rust te zorgen in het gezin.
De gezinsvoogd overlegt dit met de ouder en het kind. De ouder kan er voor kiezen om in te stemmen met een tijdelijke uithuisplaatsing. Het kan ook zijn dat de ouder geen uithuisplaatsing wil en besluit om niet mee te werken. In dat geval kan de gezinsvoogd een machtiging* indienen bij de kinderrechter. Hierin motiveert de gezinsvoogd waarom tijdelijke uithuisplaatsing goed is voor het gezin. Als de kinderrechter hiermee instemt zal het kind uit huis geplaatst worden.
Tijdens deze uithuisplaatsing start de gezinsbehandeling. Als de gezinssituatie weer wat verbeterd is kan het zijn dat de gezinsvoogd ervoor kiest om het kind terug te plaatsen bij de ouder en de hulpverlening verder voort te zetten.

Hoe lang duurt een O.T.S.?
De kinderrechter kan een O.T.S. opleggen voor maximaal één jaar. De maatregel kan verlengd worden met steeds één jaar. Het verlengen van de O.T.S. kan worden gedaan op verzoek van Bureau Jeugdzorg, de ouder van het kind, de Raad voor de Kinderbescherming en het Openbaar Ministerie. Degene die het verzoek doet dient dit te motiveren.
O.T.S. wordt opgeheven als de situatie in het gezin weer veilig en gezond is. Het verzoek om de O.T.S. op te heffen kan gedaan worden door Bureau Jeugdzorg, de ouder of het kind zelf wanneer deze ouder is dan 12 jaar. Dit verzoek moet goed gemotiveerd worden.
De O.T.S. wordt altijd opgeheven als het kind 18 jaar wordt.

U kunt de hele brochure hieronder downloaden
brochure word vrijwillige hulpverlening

JurBrochureWeb